Als het rouwrumoer rondom jou is verstomd,
de stoet voorbij is, de schuifelende voeten,
dan voel ik dat er een diepe stilte komt,
en in die stilte zal ik jou opnieuw ontmoeten.
En telkens weer zal ik je tegen komen,
we zegen veel te gauw: het is voorbij
hij heeft alleen je lichaam weggenomen,
niet wie je was, of wat je zei.
Ik zal nog altijd grapjes met je maken,
we zullen samen door het stille landschap gaan,
nu je mijn handen niet meer aan kunt raken,
raak je mijn hart nog duidelijker aan.
Toon Hermans